Dag 1 – naar Gurgelameer via Nordkjosbotn

Ik word wakker in een warm bed en kijk uit het raam: er is een dun laagje sneeuw gevallen. Is dit wel een goed idee? Vast niet. Ik neem de bus, die stipt om 10:30 vertrekt. Vanuit de rijdende bus lukt het om enkele mooie plaatjes te schieten:

Het landschap is, na de lichte sneeuw van vannacht, op sommige stukken wel wat winters:

De hike begint super. Het trailhead is perfect aangegeven en de route gaat meteen stevig omhoog. Het is fijn om te beginnen op een bestaand trail. Het zonnetje schijnt en al snel loop ik lekkerder zonder jas – het wordt anders te warm. Helaas moet ik het trail op een gegeven moment verlaten; ik moet een andere richting op.
Ik ben nauwelijks off-trail, of het terrein wordt bijzonder: ik loop over een soort van bevroren moeras. Tussen het gras en wat berkenboompjes ligt een laag ijs, dat op sommige plekken bijzonder dun blijkt te zijn – ik ga er een paar keer doorheen, maar weet natte voeten gelukkig te voorkomen.

De gelopen route, van Nordkjosbotn (linksonder) naar het Gurgelameer (rechtsboven)

Ik kom bij een rivier (rood omcirkeld in het plaatje hierboven), die ik moet oversteken. Even twijfel ik nog: wil ik dit wel? Natte voeten halen tijdens zo’n winterse tocht? Ik heb niet eens een handdoek bij me.

Goed, sandalen aan en lopen maar. Het water was niet diep, maar de stenen op de bodem waren bijzonder glad en het water was een pak kouder dan de rivieren in Canada.

Ook aan de andere kant van de rivier houdt het moerasachtige landschap aan; meerdere kilometers. Leuk is anders en snel gaat het niet (telkens weer omlopen als het ijs te dun is).

Een blik terug naar het grote meer waar ik langs loop
Een blik vooruit, maar deze rivier hoef ik niet over. Voor de bergen waar de zon op schijnt, ga ik rechts.
De bodem is nog altijd meer ijs dan grond. Best tricky.

Omstreeks 16:30 kom ik aan bij het – bevroren – Gurgelameer. Ik zoek een plaats om de tent op te zetten. Best lastig, want ik loop weer over die bevroren moerasachtige ondergrond. Ik realiseer me: dat wordt nog wat om tentharingen de grond in te krijgen. Tot mijn verbazing tref ik een stroompje water dat dus niet helemaal bevroren is. Ik zet mijn tent op terwijl ik het snel koud krijg. Het lukt met enige moeite om enkele haringen de grond in te krijgen.

Het uitzicht vanaf de tent. Niet slecht 😉

Het wordt opvallend snel kouder. Enkele minuten na 5 uur ’s middag lig ik al in de tent in mijn slaapzak. Ik ga er nog even uit om een kopje soep te maken, in de hoop dat het me opwarmt. Het mag niet echt baten. Ik ga meteen weer in de slaapzak liggen en maak me klaar om te gaan slapen.

Het slapen in een tent bij min veel vraagt wel wat voorbereiding. Zo zal alles waar water in zit ín de slaapzak moeten worden bewaard (2 flessen drinkwater, het waterfilter, de lenzenbakjes). En verder moet ook alles met een li-ion batterij in de slaapzak (powerbank, telefoon, camera) – ook die houden namelijk niet van de kou. Kortom, ik slaap in een behoorlijk volle slaapzak.
Omdat het een prachtig heldere nacht is, hou ik hoop op het zien van het noorderlicht en zet ik elke twee uur de wekker. Ik kijk gedurende de nacht meerdere keren naar buiten, maar zie helaas alleen sterren en de maan tegen een gitzwarte achtergrond; geen noorderlicht.
Gaandeweg de nacht wordt het steeds kouder. Mijn voeten worden maar niet warm en tegen 03:30 begin ik in mijn slaapzak te bibberen. Geen goed teken.

De condens bevriest aan de binnenkant van de tent en valt soms naar beneden. Het sneeuwt dan in de tent ;-).

Ergens gedurende de nacht besluit ik om niet meer buiten te speuren naar het noorderlicht – daarvoor moet ik immers met mijn bovenlichaam uit mijn slaapzak en dat is wellicht geen goed idee. De laatste uren van de nacht zullen immers het koudst zijn. Op sommige momenten wil ik liefst ontsnappen uit de claustrofobische slaapzak, maar ik weet natuurlijk beter. Het is best een lange nacht.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *