Huurauto

Het eerste dat ik had geboekt, was de vlucht. De rest kwam later wel. Hostel voor de eerste nacht, hotel voor de laatste nacht. En één of twee campings voor de eerste dagen dat ik nog rond zou lopen in ‘drukke’ gebieden. En een huurauto natuurlijk, want er zijn geen openbaar vervoeropties naar het loopgebied. En het gaat misschien wel lukken om een taxi te nemen er naartoe, maar omdat in het loopgebied geen mobiel bereik is, is er geen mogelijkheid om een taxi terug te regelen. Kortom, een huurauto is noodzaak.

Maar wat schetste mijn verbazing? Huurauto’s zijn niet te betalen in Calgary. De goedkoopste optie voor 3 weken was ruim $4000 CAD, ofwel zo’n €2700. Voor de vlucht had ik minder dan de helft betaald…

Dit werd echt zo’n dingetje dat ik in de maanden voor vertrek maar voor me uit zat te schuiven. Misschien toch een taxi proberen? En dan afspreken dat ze me 3 weken later op een afgesproken tijdstip weer komen ophalen? Geeft niet heel veel rust eigenlijk. En de reviews van de taxibedrijven in de buurt zijn belabberd.

Elke paar weken keek ik weer eens naar de prijzen van huurauto’s. En telkens weer bleek dat ze nog steeds onbetaalbaar waren. Tot 11 april. Toen waren de drie beste opties opeens deze:

En voor alle duidelijkheid: het lijstje ging verder met allemaal auto’s die duurder waren dan $4200. Vol ongeloof keek ik naar het lijstje. Zó goedkoop? Voor 3 weken? Dat moet wel een foutje zijn.
En toen dacht ik: waarom niet. Betalen hoeft pas ter plekke, dus ik loop geen financieel risico. Dus ik heb de auto bij Enterprise gereserveerd. Ik kreeg nog korting (had eerder een auto bij hen gehuurd) en kreeg de bevestiging dat ik een auto had voor zo’n $225. €150 voor 3 weken. Ofwel ruim 95% korting – te mooi om waar te zijn.

En dat ging knagen. Als iets te mooi is om waar te zijn, dan … is dat het ook, zegt de volkswijsheid. En dus had ik nog steeds niet de zekerheid dat ik een huurauto had en zo ja, tegen welke prijs.

Een week of zo voor vertrek kwam er wat meer duidelijkheid. Ik kreeg een mailtje van Enterprise: u heeft een auto gehuurd tegen een promotional rate. Let op dat als u iets wil wijzigen, dat dat dan tegen de normale tarieven gaat. Dat mailtje gaf enerzijds hoop: het suggereerde dat ik ‘m mee ging krijgen. Maar het leverde anderzijds net zo hard nieuwe onzekerheden op, want ik ging natuurlijk nooit precies op tijd de auto kunnen ophalen. Zou ik ‘m nog meekrijgen als ik een uur vertraging heb? En geldt het tarief ook nog als ik de auto een paar uur te vroeg inlever?

Fast forward naar de aankomstdag, 9 juli. Vliegtuig landde mooi op tijd, maar de bagage duurde eindeloos. Uiteindelijk was ik bijna een uur te laat bij de verhuurbalie. Best wat stress, maar alles was in orde. Geen enkel probleem. Wow. Ik heb nog even alle mogelijke verzekeringen erbij genomen (wilde niet dat ze achteraf allemaal schades zouden zien), wat wel betekende dat ik uiteindelijk €650 kwijt was voor de auto. Verzekeringen zijn duur. Maar ik kreeg de garantie: ‘You only have to throw the keys at us and you’re good’. Dat gaf de rust die ik nodig had.

Bij het ophalen van de auto kreeg ik de vraag of ik het ook goed vond om een ander type auto mee te krijgen. Een Volkswagen Jetta (2021). Dat vond ik prima, want ik dacht toch alleen naar het trailhead te hoeven rijden en weer terug. Alleen geasfalteerde wegen.

Dirt roads

De trip liep wat anders. Na een week was ik alweer terug bij de auto en reed ik naar een ander trailhead, inclusief maar liefst zo’n 60 kilometer onverharde wegen. En onverharde wegen zijn daar soms van zand, maar vaker van steentjes. Soms kleine steentjes en soms ook steentjes tot wel zo’n 5 cm groot. Daar is zo’n sedan niet voor gemaakt. En de banden ook niet – en dat voel je!

Waarschuwingsborden genoeg. Overigens staan er niet altijd van dit soort borden. Soms zie je de rotsblokken langs en op de weg liggen en weet je dat je in zo’n zone bent ;-). Maar het lastigste was dat de steentjes op de weg gewoon te groot waren voor de banden.

Al snel zag de auto er zo uit :-D, ook al reed ik rustig, heel rustig.
Een indruk:

Het geluid dat je hoort is het onkruid dat onder de auto door schuurt.

Wat kan nog wel en wat echt niet met een VW Jetta op straatbanden?

Ik had dus niet echt een geschikte auto voor de wegen waarop ik reed en dacht geregeld: ik had tóch die mini-SUV moeten nemen. Al weet ik ook niet hoeveel beter een Hyundai Kona op deze wegen zou zijn geweest.

Dit kon de Jetta prima. Uiteraard niet ín de geul gaan rijden, maar er overheen gaan alsof het een tramrails is waar je met fiets overheen gaat. Wel moest ik af en toe even uitstappen om te zien hóe ik dat het beste kon doen :-).

Deze modderpoel bleek een grotere uitdaging. Op de foto zit de auto vast in de modder. En op zo’n moment ben je toch echt op jezelf aangewezen – ik was die dag nog niemand tegengekomen en uiteraard was hier geen mobiel bereik. Ik ben lang bezig geweest om ‘m los te krijgen; iets van een uur of zo. Eerst door takken en stenen onder de voorwielen te duwen en daarover te willen rijden, maar dat werkte niet.

Dit werkte wel: de auto opkrikken en stenen onder (en achter) de wielen leggen. Daarna de plas water (bleek helemaal niet zo diep) met wat vaart benaderd en verder gereden.

Maar helaas, op enkele momenten moest ik mij (of eigenlijk de auto) toch echt gewonnen geven. Dit was zo’n moment.

Doorrijden kón wel, maar dan zouden de bossages aan beide kanten gaan langs de auto gaan schuren. En dan mag ik nog zo’n goede verzekering hebben, expres schade maken vond ik geen goed idee. Op een ander moment ben ik omgedraaid omdat er een écht diepe plas lag en ik niet nogmaals vast wilde komen zitten.

Ik ben naar meerdere trailheads gereden, over naar schatting zo’n 250 km aan onverharde wegen. En bij zo’n trailhead zet ik de auto neer voor een periode van enkele dagen tot een week. En dan is het wel goed om de auto te beschermen tegen ongedierte: stekelvarkens. Die houden van rubber. En wat is er van rubber aan een auto? Stukjes van de remleidingen. Dus ter bescherming pakte ik de auto in in kippengaas. Best een puzzeltje, want ik wilde natuurlijk voorkomen dat de auto erdoor zou worden beschadigd. En dat ziet er dan zo uit:

Einde van een lange dag autorijden. Tent staat al klaar; auto ingepakt.

En dan het inleveren van de auto. De avonturen hadden hun sporen achtergelaten op de auto: een kleine barst en enkele kleine sterretjes in de voorruit en verder had de zijkant van de auto toch ook wel wat (lichte) schade: een klein deukje, wat kleine chipjes verwijderde verf en wat krassen in een zijruit. Een beetje gespannen reed ik de parkeergarage in om de auto in te leveren. De auto werd (schijnbaar) goed nagekeken, maar tot mijn verbazing werden de schades allemaal over het hoofd gezien. Op deze manier is het wel leuk om een auto in te leveren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *