Eerst wat achtergrond. Ik heb meerdere Russische klokken met vacuümbuizen erin. Ik heb enkele veelvoorkomende klokken, maar ook twee (identieke) zeer ongebruikelijke klokken. Deze:
Het is een zogeheten ‘secondary’ clock: een klok zonder tijdmechanisme. Het is eigenlijk een display, die gevoed wordt door een zeer complex serieel signaal. Ik heb daarvoor een Arduino geprogrammeerd en in de klok ingebouwd. Dat was een heel project, dat het zeker waard is om hier vast te leggen – misschien komt het er nog eens van.
De buizen in de klok worden al sinds het einde van de Sovjetunie niet meer gemaakt en zijn helaas aan slijtage onderhevig. Eén van de buizen was zo slecht leesbaar geworden, dat ik besloot om ‘m te vervangen. Ik had dat al eens gedaan, omdat er één buis kapot gebroken was bij ontvangst van de klok.
Ik heb vorige maand de betreffende buis vervangen. Dat was een matig succes. De buis is opvallend feller dan de andere (enigszins versleten) buizen en – belangrijker – de bovenste ‘dot’ deed het niet. En met dat laatste kon ik toch echt niet leven.
Daarom vorige week de klok maar weer eens opengeschroefd. Het bleek dat de buis die ik had geplaatst, kapot was. Goed, kan gebeuren. Dus maar weer een nieuwe buis geplaatst en ingesoldeerd.
Maar toen kwam het. Eén display deed het niet meer. Het display dat de tientallen minuten aangeeft. Grr. Na wat speurwerk kwam ik erachter dat een chip het begeven had. Maar wat voor chip is het?
Ik heb een zaterdagmiddag verkloot met het doorgronden wat voor chip het is.
Het bleek dat het een K106ЛБ1 (K106LB1) is. Die Griekse lambda is schrijftaal voor Л. En de letter ‘K’ aan het begin wordt vaak niet op de chip gezet. En de laatste vier cijfers vormen de productiedatum: mei 1987. Goed, helaas is die chip natuurlijk niet meer te krijgen (ik trof alleen een Oekraïense winkel aan die er nog 4 heeft), maar de oscilloscoop bevestigde dat het enige dat de chip deed, was het inverteren van een signaal (+5V -> 0V en andersom). Kortom, daarvan ging ik wel een Westers alternatief vinden.
Ik wist niet wat voor Westerse chip ik nodig had, dus ik heb het nagevraagd op circuitsonline. Daar kwamen nuttige tips. Concreet was de suggestie om een 74HCT1G04GV of equivalent te gebruiken. Dat exacte type heb ik niet kunnen vinden, maar Conrad had genoeg logische inverters op voorraad.
Ik kocht een 74LVC1G04 TSSOP5. Een inverterchip met maar vijf pootjes, waarvan er vier moeten worden aangesloten. Zou lekker makkelijk moeten zijn om te solderen. Of zo dacht ik althans.
Gisteravond kwam de bestelling binnen. Een behoorlijk grote doos, waarin een zakje zat. Oeps:
Ok, ik moest wel even lachen. Ik had niet opgelet hoe groot de chip was. En deze blijkt 2.25 bij 1.25 bij 1.1 mm groot te zijn! De zwarte verpakking die er naast ligt, bevat er nog eentje (ik had er voor de zekerheid twee besteld).
Leuk feitje: de buitendoos was 35 x 25 x 4.7 cm, om de twee chips te vervoeren van 2.25 x 1.25 x 1.1 mm per stuk. De doos was maar liefst 664647 keer zo groot als de inhoud!!! 😉
Maar goed, solderen is nooit mijn kracht geweest. Het wordt altijd een kliederboel. Toch dacht ik het maar te proberen. Het zou toch super zijn als het zou lukken…
Goed, de gedachte is dat één draad over ‘GND’ en ‘Y’ ligt en één over de overige drie pootjes. Vervolgens soldeer ik de twee draden elk aan beide kanten van de chip en snij ik daarna de draden midden op de chip doormidden.
En het doorsnijden lukte ook (geen foto van gemaakt). Ik begon een beetje hoopvol te worden. Zou het werkelijk gaan lukken? Zo’n kleine chip solderen? Nee toch? I’ll certainly fail somewhere down the line.
Goed, een mooiere, permanente oplossing gaat natuurlijk zijn om een echte K106ЛБ1 op de kop te tikken. Ik ga maar eens contact leggen met de winkel in Kiev die zegt er 4 op voorraad te hebben…