07:30 op. ’s Nachts best wat spierpijn en wat kramp gehad. Tja, ik ben dit ook niet gewend natuurlijk. In het originele plan zou ik vandaag naar de top van Mount Marlborough klimmen. Netto zo’n 800 meter omhoog. Na de afdaling zou ik dan over een pas lopen net ten zuiden van Northover mountain om naar het achterliggende dal te komen; de slaapplaats voor de tweede nacht.
Ik liep in de richting van Mount Marlborough, maar keek af en toe naar de pas die ik daarna zou moeten lopen. Die zag er ook best uitdagend uit. Met de les van gisteren in het achterhoofd, heb ik me bedacht en besloot ik om alleen de pas te lopen vandaag. Het ging een kort dagje hiking worden.
Ik liep de pas omhoog. Best lastig nog, weer over een skreefield. Ik dacht op grote afstand enkele beren te zien, maar ben daar niet zeker van. Op sommige stukken raakte ik het trail kwijt, maar vond het telkens weer tijdig terug. Vlak voor het hoogste punt van de pas moest ik klimmen langs een steile wand. Vallen was geen optie (20 meter recht omlaag). Doodeng. Nét even te spannend om te doen met een rugzak van 25 kg op mijn rug. Het uitzicht direct daarna maakte het echter de moeite waard:
Met het oversteken van de pas, was ik nu niet meer in Alberta, maar in British Columbia (‘B.C.’). En dat betekent dat ik hier wild mag kamperen. Ik heb mijn tentje rond het middaguur opgezet rechts van het meertje; op een plateau zo’n 15 meter boven het meer. Water kwam vandaag niet uit een riviertje. Ik heb sneeuw gesmolten. Werkte ook prima.
Wat minder goed lukte, was het ophangen van het eten. Niet alleen waren hier geen bomen, er was ook geen overhangende rots te vinden. Ik heb het eten uiteindelijk maar begraven in het skreefield. Diep genoeg om knaagdieren buiten te houden (er liepen hier hoary marmots rond), maar als een beer het zou vinden, zou het weg zijn. Maar goed, dat is beter dan het in de tent te bewaren.